Als er twee gezinnen zijn met een bruto gezinsinkomen van 80.000 euro, waarbij
het geld bij het ene gezin door een werkende wordt verdiend en bij het
andere door twee gezinsleden die beiden 40.000 verdienen, komt het
tweeverdienersgezin beter uit.
Omdat er wordt gekeken naar het inkomen per werknemer belandt het loon van
beide kostverdieners in de derde belastingsschijf van 42 procent. Dit
terwijl de inkomsten van het eenverdienersgezin terecht komen in de vierde
belastingsschijf van 52 procent.
Dit probleem kan volgens Stevens eenvoudig worden opgelost door één
belastingtarief te rekenen. Dan zouden beide gezinnen van het voorbeeld
gelijk worden belast.
Maar ook de ongelijkheid in bijvoorbeeld de hypotheekrenteaftrek wordt
hierdoor gelijkgetrokken. In het huidige systeem pakt hypotheekrenteaftrek
beter uit bij werknemers met hoge inkomens, maar met een vlaktaks zou
iedereen hetzelfde belastingvoordeel krijgen, aldus Stevens.
Bekijk het video-interview met Leo Stevens op Me
Judice, het discussieplatform voor economen.
Lees ook:
Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl